Liberalisme meer dan ooit nodig

In Brussel Deze Week van donderdag 8 februari 2007 verscheen een interview met Annemie NEYTS over het liberalisme naar aanleiding van 100 jaar liberalisme in Sint-Agatha-Berchem. Een gesprek over het liberalisme, Brussel, Vlaanderen, Europa en veel meer.

 

Brussel – Nu zondag 11 februari vieren ze in Sint-Agatha-Berchem honderd jaar liberalisme. Niet dat 1907 voor de rest een belangrijk jaar was voor de Liberale Partij. “We vieren dit jaar wel de zestigste verjaardag van het Manifest van Oxford,” zegt Annemie Neyts, minister van Staat en europarlementslid voor de VLD. Een gesprek over het liberalisme, Brussel, Vlaanderen, Europa en veel meer.
‘Het liberalisme zoals ik het zie, is meer dan ooit nodig,” zegt Annemie Neyts. “Blijkbaar verlaten politici om ik weet niet wat voor redenen het publieke domein om zich meer en meer bezig te houden met de microaspecten van het leven van de mensen. Die willen meer veiligheid, en wensen dat de overheid hen bijna individueel beschermt tegen risico’s, ongemakken en onvoorziene dingen. La chose publique verdampt, en dat is geen goede zaak. Ik heb serieuze bezwaren tegen het feit dat politici of journalisten zich meer en meer bemoeien met de allerprivaatste, persoonlijke aangelegenheden van de mensen. Het houdt natuurlijk ook verband met al die Big Brother-toestanden, Robinson Island, Stanley’s route en whatever, waarbij men de werkelijkheid virtualiseert en het virtuele verwerkelijkt. En dan krijg je van die aandoenlijke toestanden zoals een oproep om het licht uit te doen tussen vijf voor acht en acht uur. Da’s om te lachen.”

“Het liberalisme, dat teruggaat tot Montesquieu, blijft actueel: de scheiding der machten, de scheiding tussen kerk en staat. De hele revival rond religie vind ik niet onverdeeld positief, al was het maar omdat de hele religieuze hiërarchie uitsluitend uit mannen bestaat (lacht).”
Onlangs laaide het hoofddoekendebat weer op in Brussel.
Annemie Neyts: “Ik zat, samen met Roger Lallemand, ooit de commissie voor de interculturele dialoog voor. Over het hoofddoekendebat heeft de commissie gezegd dat er drie houdingen mogelijk zijn: ofwel een algemeen verbod, ofwel een algehele toelating, ofwel de stelling dat mensen die een gezagsfunctie uitoefenen, geen uiterlijke tekenen mogen dragen van religieuze, filosofische of politieke voorkeur. Het meest onrustwekkende vind ik wel vrouwen in sjiitische klederdracht te zien, in het zwart, met bedekte handen en gelaat. Daar word ik boos van. Maar ik word ook kregelig als ik een ultra-orthodoxe joodse vrouw zie die haar haren heeft afgeschoren en een pruik draagt, en lange rokken en ondoorzichtige kousen. Ik weet genoeg over én de geschiedenis van de mode én over feminisme, om er me scherp van bewust te zijn dat het lichaam en de klederdracht van de vrouw altijd de inzet van maatschappelijk debat zijn geweest. En wanneer mannen zich met zoveel zorg buigen over de hoofddeksels van vrouwen, dan ben ik daar niet helemaal gerust op.”

“Waarom zou je trouwens de hoofddoek voor de vrouw verbieden wanneer Pakistaanse mannen in de nightshop wel hun Pakistaanse klederdracht mogen dragen? Er moet wel in elke school een vertrouwenspersoon zijn, bij wie elk meisje dat onder druk gezet zou worden, terechtkan. We moeten alert zijn voor het feit dat in bepaalde wijken in Brussel religieuze proselieten families financieel steunen als hun dochter een hoofddoek gaat dragen. Maar ik denk niet dat je dit oplost door te zeggen: ‘Het mag niet.’ Dan wordt het nog moeilijker op te sporen. Scien­tology, waarvan men geneigd is te zeggen dat het een sekte is, opent op de Waterloolaan een tempel, en dat gaan we niet verbieden. De Getuigen van Jehova: als je die niet verbiedt… Het dragen van die hoofddoek is traditie, een stuk religie, en een stuk symbool van vrouwelijkheid. Je moet stekeblind zijn om het raffinement niet te zien, om niet te zien hoe mooi dat is. Ik kan mij daar nogal over opwinden.”

Is dat geen breder debat: hoe we moeten omgaan met interculturaliteit?
Neyts: “Ik vind dat Brussel daar zeer goed mee omgaat, als u bedenkt dat de rellen – enfin, relletjes – van 1993 zowat het zwaarste is dat we meegemaakt hebben. Het klinkt misschien pretentieus, maar we doen het veel beter dan de Nederlanders. Dat komt ook omdat ons zelfbeeld niet zo sterk is, wij zijn geen chauvinisten. En wij hebben in België altijd een verstandige huisvestingspolitiek gevoerd, met vooral christendemocratische en socialistische verantwoordelijken – als liberaal kan ik dat toegeven. We hebben meestal het verstand gehad om sociale woningen te spreiden, om minder torens te bouwen. We hebben weinig buurten die in lelijkheid en onmenselijkheid wedijveren met de Franse banlieues. Het is geen toeval dat de grootste moeilijkheden bestaan in Anderlecht, in de Grondelsstraat en zo, waar die torens staan, die lelijke gedrochten.”

U blijft in de Vijfhoek wonen.
Neyts: “We willen er niet weg, neen. Het is er onmiskenbaar op vooruitgegaan, al ben ik het niet eens met alles wat men doet. Wat ik het leukste vind, is dat er opnieuw meer mensen hier komen wonen. Maar tegelijk maakt men het het autoverkeer zo moeilijk mogelijk. Je moet je toch nog een beetje kunnen verplaatsen? En dan gaat men parkeerplaatsen beperken of de rijweg versmallen. Ik baal van die manie om mensen voor te schrijven hoe ze moeten leven, hoe ze zich moeten verplaatsen, wat oorbaar is en wat niet. Mijn man en ik zijn altijd weg uit Brussel op de autoloze zondag. Een stil protest is dat.”

Er komen federale verkiezingen aan. Hoe schat u een verdere staatshervorming in? Is een uitbreiding van Brussel wenselijk?
Neyts: “Ik vind dat een zeer slecht idee. Je hebt nog een paar neuralgische punten in de randgemeenten – dat heeft veel te maken met de karakters van de mensen die daar actief zijn, zowel langs de ene als langs de andere kant. In de kroon daarrond heb je geen problemen, ook al wonen er veel Franstaligen.”

“Ik geef u op een blaadje: als je morgen Linkebeek of Kraainem bij Brussel voegt, dan zit het spel weer op de wagen en krijg je boel in Dilbeek, Tervuren en Overijse, om van Zaventem nog maar te zwijgen. Dus ik zeg neen. Je moet, en ik heb het over Pascal Smet, onvoorstelbaar naïef of zeer weinig vertrouwd met de situa­tie buiten Brussel zijn om dat gevaar niet in te zien. Grondgebied sta je trouwens pas af als je in open veld verslagen wordt (lacht). Le Corbusier heeft nog voor de Tweede Wereldoorlog geschreven dat de economische, culturele en sociologische invloedssfeer van een grootstad bijna nooit samenvalt met de administratieve grenzen van die stad. Je zult altijd behoefte blijven hebben aan overleg met het omliggende gebied.”

Zal Brussel-Halle-Vilvoorde ooit gesplitst worden?
Neyts: “Misschien vinden ze nog een oplossing. Maar als er niet gesplitst kan worden zonder een prijs te betalen, dan hoeft het voor mij niet. Ik vind dat dit dossier opgehouden heeft prioritair te zijn kort nadat alle politieke partijen zich gesplitst hebben. Dat was het einde van de overmacht van de Brusselse federaties.”
“De splitsing is niet meer vitaal. Ze was belangrijk toen Franstalige politici ongebreideld campagne kwamen voeren tot aan de grens met Henegouwen. Nu doen die dat niet meer.”

Inmiddels praten Vlamingen en Franstaligen steeds minder met elkaar.
Neyts: “Ik vind dat zeer erg. We weten nauwelijks wat er in Franstalig België gebeurt, laat staan in Frankrijk. Vlaanderen lijdt aan een acute vorm van nombrilisme, navelstaarderij. Ik zit te wachten tot het voorbij zal zijn, het is echt verschrikkelijk. Er is een onthutsend grote mate van onverschilligheid over alles wat er buiten Vlaanderen gebeurt. En ‘buiten Vlaanderen’, dat begint in Brussel, hé. Feitelijk is Vlaanderen alleen bezig met zichzelf. Hoeveel ruimte maakt men nog vrij voor buitenlandse berichten? Dat zal zich wreken. Leterme die naar Qatar gaat, waar gaat dat over (zucht)?”

Er bestaat ook nauwelijks interesse voor Europa.
Neyts: “Waar ik mij het meest aan erger, is dat de regeringen hun bevolking de waarheid niet vertellen. Dat men niet zegt: ‘Luister, wij zitten elke maand samen in Brussel, en daar nemen we samen beslissingen. Maar vaak is er geen beslissing, omdat we het niet eens zijn.’ Dát zeggen ze niet, en dat dreigt de Unie de das om te doen. Er bestaat een groot verschil tussen woord en daad. Als je sommige EU-leiders als Barroso – ik ben geen grote fan van de huidige commissievoorzitter – hoort spreken, dan moet de EU al de grote problemen van deze tijd kunnen oplossen: werkloosheid, sociale bescherming, klimaatverandering, demografische uitdagingen zoals de vergrijzing, de globalisering, internationaal terrorisme, internationale misdaad… En dat met amper één procent van het bruto binnenlands product van álle lidstaten als budget? Nu, één procent van het bbp van het rijkste deel van de wereld, dat is natuurlijk veel geld. Maar de lidstaten, die besteden zelf gemiddeld tussen de 35 en 45 procent van hun respectieve bbp’s. Als je dat uitlegt, dan begrijpt iedereen meteen waar het over gaat. Maar it’s a dirty secret, hé. Men zou eindelijk eens mogen zeggen waar de grenzen liggen: ‘Met één procent van het bbp kun je slechts zóveel doen,’ punt.”

Moet de zetel van het Europees parlement in Straatsburg blijven?
Neyts: “Voor mij mag dat veranderen. Men heeft dat indertijd zo beslist en ik heb niet de gewoonte om de Verdragen in vraag te stellen. Voor Brussel zou een overheveling niet veel veranderen, het zal niet voor extra overlast zorgen. Maar voor mijn buitenlandse collega’s, die nu drie weken per maand in Brussel zijn, hier dikwijls een appartementje huren of gekocht hebben, en dan nog één week per maand naar Straatsburg moeten, maakt dat wel een groot verschil uit. Zeker voor de Oost-Europeanen, want die moeten naar Frankfurt of naar Basel vliegen, en dan per autobus naar Straatsburg. Dat is echt niet leuk meer.”

“Ik vind overigens dat de relaties tussen de Europese instellingen en de stad beter zijn dan vroeger. Ik ben opgegroeid in Etterbeek, en als je het mij vraagt, dan is het Jourdanplein véél gezelliger dan toen ik een klein meisje was.”

Tot slot: bent u kandidaat bij de volgende federale verkiezingen?
Neyts: “Er is nog niets beslist. Maar… er heeft nog nooit een Vlaamse liberaal van en in Brussel-Halle-Vilvoorde zoveel stemmen gehaald als ik, dus ze zouden niet verstandig zijn om geen beroep te doen op mij.”
Dirk Volckaerts, Steven Van Garsse © Brussel Deze Week

Annemie en La Paix

Volg het interview op TV Brussel met Annemie, van La Paix in Anderlecht, en verneem hoe zij de “meter van de klok” werd die de Anderlechtse veemarkt traditioneel opent.

klik hier

Annemie: duivel doet al

In de Vrije Brusselaar in 2005 brachten de Brusselse liberalen een kort overzicht over Annemie haar carrière.

Annemie NEYTS (°Elsene, 17 juni 1944) werd vorig jaar met meer dan 104.000 voorkeurstemmen verkozen in het Europese Parlement. Ze was er al lid van geweest van 1994 tot 1999 en hield zich toen vooral bezig met institutionele aangelegenheden. Zo schreef ze een rapport over de betrekkingen tussen de Nationale Parlementen en het Europese Parlement dat leidde tot de goedkeuring van een protocol bij het Verdrag van Amsterdam. Hoewel Annemie Neyts een duivel doet al is, lopen er toch twee dikke rode draden door haar loopbaan: Brussel en Europa.

Van 1981 tot 1985 was Annemie Staatssecretaris voor het Brusselse Gewest geweest, bevoegd voor huisvesting, leefmilieu, waterzuivering, bossen, jacht en visvangst. In 1999, werd ze Minister van Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen in de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Nauwelijks een jaar later werd ze Staatssecretaris, en in 2001 Minister, toegevoegd voor Buitenlandse Zaken, en tevens bevoegd voor Europese Zaken, Buitenlandse Handel en Landbouw. Tijdens de ministeriële conferentie van de Wereld Handels Organisatie te Doha, zat ze de Raad van Ministers van de EU voor en lag ze mee aan de basis van de lancering van de handelsonderhandelingen. In de lente van 2003 onderhandelde ze de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. In juni 2003 werd ze verkozen tot volksvertegenwoordiger in het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde met meer dan 25.000 voorkeurstemmen. Als Voorzitter van de Kamercommissie voor Buitenlandse Betrekkingen, leidde ze parlementaire delegaties naar Turkije en de Democratische Republiek Kongo.

In september 1999 werd Annemie NEYTS voorzitter van de Liberale Internationale, in opvolging van Frits Bolkestein op. Ze werd verkozen tot voorzitter in Ottawa, Canada, en vervolgens herkozen in Budapest, Hongarije, en in Dakar, Senegal. In 2005 volgde Lord Alderdice haar op.

Annemie werd later in het jaar verkozen tot voorzitter van de Europese Partij van Liberalen en Democraten (ELDR).

In het Europese Parlement is ze de coördinator en woordvoerder van haar fractie voor het Buitenlands Beleid, en het Veiligheids- en Defensiebeleid. Ze volgt van nabij de uitbreiding van de Europese Unie op, Kongo, evenals het Europese beleid betreffende terrorismebestrijding en de Europese defensie.

Ze is ook lid van de delegatie van het Europese Parlement voor de betrekkingen met de Verenigde Staten, en plaatsvervangend lid van de paritaire assemblee met de zogeheten ACP-landen, dat wil zeggen de Afrikaanse en Caraïbische landen en landen in de regio van de Stille Oceaan.

Annemie NEYTS is Minister van Staat.

Landbouw mag geld kosten.

In 2006 vraagt MO een reactie over de rol van de landbouw in Europa en België.

Mijn ervaring als minister bevoegd voor Europese Zaken, Buitenlandse Handel en Landbouw heeft me geleerd dat elk land (en dus ook de Unie) wel ergens in de voedselketen tussenkomt, van zodra het zich dat budgettair kan veroorloven.

In juni 2003 bereikte de Landbouwraad van de EU een akkoord over een drastische hervorming. De essentie ervan is dat productiesteun grotendeels wordt vervangen door inkomenssteun.

De lidstaten weten tevens dat een totale afbouw van exportsubsidies op termijn zal worden doorgevoerd. Verder staat er een hervorming van het suikerregime op stapel die voor drastische prijsdalingen zal zorgen, overigens ook voor de suikerproducenten uit ACP-landen.

Maar in Le Monde las ik onlangs dat grote Franse landbouwbedrijven gemiddeld meer dan 50 % van hun inkomen uit EU-steun halen, en sommige zelfs 90%. In dat laatste geval kan je niet anders dan de bedenking maken dat de landbouwer in kwestie een ambtenaar geworden is, voor wie de markt, en dus de vraag van de consument nog slechts een marginale rol speelt. Dat kan toch niet de bedoeling zijn.

Voor de Afrikaanse boeren maakt het ondertussen minder verschil, dan sommigen willen doen geloven, hoe we onze boeren steunen. Die boeren hebben behoefte aan twee dingen: markttoegang indien ze voor de export produceren en niet weggeconcurreerd worden op de eigen markt. Daarom moet zeer snel komaf worden gemaakt met exportsubsidies, in de EU, maar even goed in de Verenigde Staten en overal waar dergelijke subsidies bestaan.

Daarnaast hebben Afrikaanse boeren nood aan vrede, veiligheid en een verbeterde infrastructuur want daar zonder krijgen ze hun moeizaam geteelde en gekweekte productie zelfs niet op de eigen markt.

Annemie Neyts-Uyttebroeck

Annemie Neyts over het verschil tussen burgers en mensen

Minister van staat Annemie Neyts (VLD) valt in de prijzen, maar voelt zich verre van lekker in het huidige politieke klimaat. Bij de dankrede die ze uitsprak naar aanleiding van de ‘Prijs Herman Vanderpoorten’ van het Liberaal Vlaams Verbond (LVV) hekelde ze de dominantie van de mediacultuur in de politiek.

Bij de dankrede die ze uitsprak naar aanleiding van de ‘Prijs Herman Vanderpoorten’ van het Liberaal Vlaams Verbond (LVV) hekelde ze de dominantie van de mediacultuur in de politiek. “Imago, communicatie en perceptie zijn allesoverheersend geworden”, zei ze. “Maar wat gebeurt er intussen werkelijk?”

In haar toespraak weerklonk niet alleen kritiek op de media, maar ook op de SP.A. En dan vooral op de ‘mensenhype’ van Steve Stevaert. “Politieke marketing komt steeds meer in de plaats van programma en ideologie. Zo ook zijn ‘de mensen’ in de plaats gekomen van ‘de burgers’. Die laatste vervanging is allesbehalve onschuldig. Burgers zijn actoren, dragers van burgerschap, bronnen van democratische legitimiteit, die ze kunnen verlenen en weer kunnen intrekken. Burgers zijn de onderwerpen van een levende democratie. Mensen zijn de lijdende voorwerpen van politieke marketing, consumenten van democratie, en dat is iets heel anders. Burgers overtuig je, mensen verleid je. Burgers leer je desgevallend koken, voor mensen kook je.”

Als uitsmijter waarschuwt ze haar partijgenoten om de rol niet te lossen. “Het laatste decennium van de vorige eeuw was het decennium van de burger, in grote mate dankzij de VLD. De vraag die wij, Vlaamse liberalen, ons nu moeten stellen is of we lijdzaam zullen toezien hoe het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw het decennium van de mensen wordt, met een andere partij als kampioen van de verborgen verleiding.”(…)

‘Burgers overtuig je, mensen verleid je. Burgers leer je desgevallend koken, voor mensen kook je’

God, Ward Beysen en BMW’s

De Brusselse minister las nooit een boek van Kristien Hemmerechts en de schrijfster zal nooit op Annemie Neyts stemmen. Beiden hekelen ze de schroom die de Vlaamse identiteit kenmerkt. Vacature trok met de waarde-enquête naar het vrouwelijke politieke en literaire geweten van Vlaanderen

 

Staat de vrouw verder in de literatuur dan in de politiek?

Annemie Neyts: Mevrouw Brundlandt, de voormalige Noorse premier, zegt dat vrouwen vandaag een grotere rol in de politiek kunnen spelen omdat de politiek gedevalueerd is. Daar is misschien iets van aan… Ook in de literatuur zijn we er op vooruitgegaan: ik denk dat er tegenwoordig minder geleuterd wordt over damesliteratuur. Nu heb je gewoon vrouwen die boeken schrijven en mannen die boeken schrijven.
Kristien Hemmerechts: In ‘Netwerk’, een nieuw handboek over literatuur, wordt ik nochtans onder de hoofding ‘vrouwenliteratuur’ ondergebracht. Vreselijk!

Schrijft Annemie Neyts ooit een roman?
Annemie Neyts: Ik kan mijn gedachten haarfijn verwoorden en ik maak mijn toespraken zelf, maar ik kan geen fictie schrijven. Ik hou het bij de werkelijkheid. Kunst voegt iets toe aan die werkelijkheid. Die gave heb ik niet. Ik heb er trouwens heel lang over gedaan om te ontdekken dat ook kunst hard werken is.

Kristien Hemmerechts gaat Tom Lanoye uiteindelijk niet vergezellen op zijn Antwerpse Agalev-trip.
Kristien Hemmerechts: Ik heb overwogen om op die Agalev-lijst te gaan staan omdat in Antwerpen het zwaard van Damocles -dat Vlaams Blok heet- boven onze hoofden hangt. Maar het politieke discours is me te verschillend van dat van de literatuur. Ik ben heel slecht in vergaderen en samenwerken: ik moet steeds gelijk hebben en vind de anderen vaak dom. Daarom wil ik niet meer in jury’s zitten; ook daar moet je tot een consensus komen. (kijkt de minister aan) Jij zit in dezelfde partij als Ward Beysen. Dat zou ik ondraaglijk vinden. Wie aan politiek doet moet denken in termen van wat haalbaar is, als schrijfster ontferm ik me over wat niet haalbaar is. Dat is net zo heerlijk aan schrijven.
Annemie Neyts: Ja, maar er is een verschil tussen compromissen sluiten en jezelf compromitteren. Kristien vindt in eenzelfde partij zitten als Ward Beysen al compromitterend. Je zou kunnen zeggen dat uitgegeven worden door een uitgeverij die ook nog x, y en z uitgeeft evengoed compromitterend is. In landen met jonge democratieën zie je een wildgroei aan nieuwe partijen omdat iedereen het bij het juiste eind denkt te hebben en enkel in een partij meent te kunnen functioneren waarin anderen het 100 procent met hen eens zijn. Dat moet je dus kunnen overstijgen, hé. Ik kan het wel onverstandig vinden dat iemand een toneelstuk
afbreekt dat hij niet gezien heeft. Maar daar ben ik niet verantwoordelijk voor.

Milieu

Annemie Neyts: Ik vind het prachtig dat de groenen in de regering zitten. Maar ik hou niet van stromingen die neigen naar eco-fascisme. De visie waarin de mens ondergeschikt gesteld wordt aan de aarde vind ik vrij gevaarlijk. In Vlaanderenis deze visie gelukkig nauwelijks aanwezig.
Kristien Hemmerechts: In zekere zin is er wel iets van aan. Het lot van de mens hangt toch af van het systeem? Ik ben zeer somber over het milieu. Maar ik weet niet of ik zo groen ben, bewust groen zijn lijkt me erg ingewikkeld. Toch is elk beleid dat het milieu niet prioritair stelt per definitie een korte termijn-beleid.
Annemie Neyts: De UNO komt voortdurend met zeer beangstigende rapporten naar buiten, maar ook zij hebben geld nodig. Daarom worden de dramatische kanten altijd extra belicht. De laatste cijfers over het aantal Afrikaanse HIV-besmettingen zijn werkelijk verschrikkelijk. Maar ik vind dat er op zijn minst evenveel redenen zijn om er aan te blijven werken, dan om te stellen dat
het nooit goed zal komen met deze wereld.

5 jaar na 9/11

5 Jaar na 9/11 blikt Annemie Neyts terug.
Haar speech voor de Vlaamse Club te Brussel vindt u hier.

 

Mijnheer de Voorzitter,

Dames en Heren Bestuursleden,

Dames en Heren,

Beste Vrienden,

Eerst en vooral wil ik u van harte gelukwensen met uw nieuwe werkjaar en u bedanken voor de eervolle uitnodiging om de openingsrede te houden. Telkens wanneer ik u heb mogen toespreken heb ik dat inderdaad als een bijzonder voorrecht ervaren.

Vanavond wordt dat genoegen overschaduwd door de afwezigheid van mijn moeder maar ze is aan de beterhand, zodat mijn vader hier aanwezig kan zijn. Zeer tot mijn genoegen, maar ook een beetje tot mijn verontrusting alsof ik nog steeds examen met afleggen.

Dames en Heren, vanavond is voor de Vlaamse Club een feestavond en dus zou ik een feestrede moeten houden, ware het niet dat uitgerekend vijf jaar geleden de gruwelijke Al Quaeda aanslagen in de Verenigde Staten plaatsgrepen.

Tot op die dag, 9 ELEVEN TWO THOUSAND AND ONE, had ik gedacht dat het met de wereld de goede kant opging. Sedertdien ben ik daar veel minder zeker van, en peins ik me suf over wat ons te doen staat om de dingen opnieuw ten goede te keren. En omdat ik in hart en nieren een politica ben, iemand dus die zich bekommert om het welzijn van de “polis” en haar bevolking, vraag ik me af welke rol politieke denkkaders, ideologieën met andere woorden, en zij die deze ideologieën uitbouwen en uitdragen (politici, intellectuelen, journalisten, academici) hierin spelen.

Ik hanteer het begrip “ideologie” als een samenhangende visie op de relatie tussen mens en samenleving en op de wenselijke evolutie ervan. Centraal in deze visie zou moeten staan de wijze van machtsuitoefening, dat wil zeggen de wijze waarop beslissingen worden getroffen die gevolgen hebben voor de levensomstandigheden van de mensen.

Liberalisme, communisme, socialisme en sociaal – democratie, christen – democratie en ecologie zijn ideologieën die politiek gestalte kregen in het Westen, tijdens de negentiende eeuw en die het westerse politieke landschap hebben bepaald doorheen de twintigste eeuw. Wanneer we de hedendaagse geschiedenis over schouwen, kunnen we het kapitalisme en het al vermelde communisme niet buiten beschouwing laten.

Het zijn in de eerste plaats weliswaar economische systemen, maar die hebben bijzonder belangrijke gevolgen voor de wijze waarop mensen het eigen leven kunnen organiseren. Tijdens de jaren negentig van de vorige eeuw werd duidelijk dat het kapitalisme als organisatiemodel voor de mensenhuishouding ( wat economie oorspronkelijk betekende) het pleit heeft gewonnen. Francis Fukuayama proclameerde zelfs dat de geschiedenis ten einde was gekomen, vermits de grote strijd tussen kapitalisme en communisme in voordeel van de eerste was beslecht. Hij persifleerde aldus Karl Marx die zou hebben voorspeld dat de geschiedenis zou eindigen met de triomf van het communisme, en ook nog met het verdwijnen van de staat.

Om dit overzicht van het ideologische landschap te vervolledigen, moet ik tenslotte nog het nationalisme vermelden. In al zijn verschijningsvormen, van gesloten en autoritair, tot open en tolerant, stoelt nationalisme op de overtuiging dat de natie, de gemeenschap waarin men (toevallig) is geboren, bepalend is voor iemands’ lotsbestemming, en daarenboven dat die eigen gemeenschap, die eigen natie superieur is aan de anderen en dat individuele lotsbestemmingen ondergeschikt zijn aan het lot van de natie. Kapitalisme, noch nationalisme kan vereenzelvigd worden met de éne of een andere traditionele politieke ideologie.

In de tweede helft van de twintigste eeuw zijn nog andere politieke denkbeelden een steeds belangrijker rol gaan spelen. De twee belangrijkste zijn naar mijn gevoel “democratie” als beste (of minst slechte, gedenk Winston Churchill) staatsvorm, en “mensenrechten” als basisprincipe van hoe mensen met elkaar moeten omgaan, en hoe staten met hun burgers moeten omgaan. Bij het aantreden van het derde millennium kon je denken dat democratie en mensenrechten aan de winnende hand waren en overal ter wereld ingang zouden vinden. Vijf jaar geleden werden we op de meest brutale manier geconfronteerd met een groep mensen die beweerden al datgene wat ik heb opgeroepen te verfoeien en te willen vernietigen, en die de daad bij het woord voegden. Omdat ze beweerden dat te doen namens hun God, ALLAH, raakte de ware aard van het conflict al heel gauw ondergesneeuwd.

Dat de Amerikaanse president en zijn entourage, zoals trouwens Tony Blair, regelmatig hun geloof inroepen als inspiratie voor hun daden, heeft de confusie tussen het religieuze en het politieke alleen maar in de hand gewerkt.

Ook al zijn de religieuze en politieke elementen bijzonder moeilijk uit elkaar te rafelen, toch denk ik dat we dat absoluut moeten proberen te doen, willen we opnieuw greep krijgen op de gang van het universum. Even zeer denk ik dat we ons moeten kunnen bevrijden van de emoties die dit alles opwekken. De beelden van de ineenstortende Twin Towers die we de jongste dagen telkens weer opnieuw te zien krijgen, roepen vanzelfsprekend bijzonder hevige emoties op, maar die brengen ons geen haar dichter bij oplossingen, wel integendeel.

Die voeden telkens weer opnieuw uitspraken als: “niet alle moslims zijn terroristen, maar ik ken geen enkele terrorist die geen moslim is”, en dergelijke uitspraken verhinderen ons een hele reeks gebeurtenissen met de vereiste kritische zin te benaderen. Al Quaeda en zijn aanhangers gebruiken en misbruiken hun religie om een politieke strijd te voeren, een strijd om de macht, alleszins in het Midden Oosten, en eventueel wereldwijd. Ze vormen een heel kleine minderheid, maar ze zijn aartsgevaarlijk omdat ze blijkbaar nergens voor terugschrikken, en niet aarzelen om gebruik te maken van de meest moderne technologische snufjes. Hun leiders en ideologen maken daarbij gretig gebruik van het overheersende cultuurpessimisme in de Arabische wereld in het bijzonder, en van de verongelijktheid van de moslimwereld in het algemeen.

De inval in Irak, de rampzalige bezetting die nog steeds voortduurt, de recente aanvallen van Israël op Zuid – Libanon hebben die gevoelens alleen maar aangescherpt. Uitspraken van President Bush als “ if you’re not with us, you’re against us” wakkeren dit wit – zwart denken enkel maar aan. Met wit – zwart denken sticht je geen vrede, met zwart – wit denken loop je regelrecht ten oorlog. Dames en Heren, mijn ganse politieke carrière is geïnspireerd door de bekommernis er mee voor te helpen zorgen dat er geen oorlog meer ontbrandt, hier niet, in Europa niet, maar als het even kan, ook wereldwijd niet.

Ik maak me grote zorgen bij het groeiende cynisme in eigen media en eigen streek; ik maak me grote zorgen bij het groeiende scepticisme tegenover onze grootste politieke verwezenlijking, te weten de Europese Unie; ik ben niet blij met de ideologische vervaging in Vlaanderen, in België en in Europa; ik maak me grote zorgen bij het aanschouwen van het groeiende egoïsme in onze contreien, bij onze onverschilligheid voor de rest van de wereld en voor de rest van de mensheid.

Natuurlijk is ook dit een veel te scherpe voorstelling van zaken, en is niet alles zo somber als hier afgeschilderd, maar een krachtig opveren zou toch zeer welgekomen zijn. Democratie en mensenrechten moeten opnieuw onze leidraad worden, staten en regeringen moeten in dialoog treden om samen het lot van de mensheid te verbeteren. De mensen, niet de macht moeten daarbij centraal staan.

U merkt het al, ik ben nog lang niet klaar met mijn overpeinzingen; ik sta er nog maar aan het begin van. Ik ben u dankbaar dat u naar mijn denkprobeersel heeft willen luisteren en dank u zeer voor de aandacht.

Annemie Neyts – Uyttebroeck

11 september 2006

Moet de KUB verdwijnen ?

Annemie NEYTS antwoordt in een vrije tribune over de rol van de VUB en KUB.

 

Vrije Tribune november 2005 in DS

Dhr. S. VANACKERE start met te zeggen dat er slechts twee topuniversiteiten in Vlaanderen zullen overleven. Ongeacht het gehalte van waarheid van deze uitspraak wens ik er toch op te wijzen dat de VUB en KUB Brusselse universiteiten zijn. Dhr. VANACKERE spreekt hier misschien als Vlaams Parlementslid maar mag zeker niet vergeten dat het Brussels en Vlaams onderwijslandschap specifiek zijn. Ik heb dit zelf mogen ondervinden als voormalig Brussels Minister bevoegd binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor Onderwijs.

Wanneer ik zijn redenering doortrek kan men zelfs concluderen dat hij geen toekomst voor de VUB ziet als (top)universiteit. Uit een onafhankelijk onderzoek in 2003 bleek dat internationale experts veelvuldig verwijzen naar wetenschappelijke publicaties van VUB-onderzoekers: tot 16% meer dan gebruikelijk voor Westerse en Japanse universiteiten.

Dhr. VANACKERE vervolgt door te zeggen dat de VUB een te kleine partner is. Mag ik hem er op wijzen dat de VUB 9.229 studenten telt. Dit getal stijgt jaarlijks met rasse schreden.

De samenwerking van de VUB met de ULB zou een verfransing met zich meebrengen van het aangeboden onderwijs. De Vrije Universiteit Brussel heeft 279 bilaterale akkoorden met 160 partneruniversiteiten, gelegen in 132 steden in 28 verschillende landen. Het Nederlandstalige aspect van het onderwijs in Brussel is juist de sterkte van de VUB voor haar studenten.

Misschien wil dhr. VANACKERE zeggen dat hij vreest voor de K in KUB? Waarom zegt hij dat dan niet? Het mag duidelijk zijn dat ik allesbehalve akkoord ga met dhr. VANACKERE.

Ik ga akkoord met dhr. L. SANNEN: “In welke richting het ook gaat, belangrijk is dat er in Brussel meer samenwerking komt, maar met behoud van eigenheid.”

A. NEYTS-UYTTEBROECK

Minister van Staat

Dagboek van Annemie in de Standaard in 2004

60 jaar Minister van Staat, Europees parlementslid, voorzitter van het Federaal Agentschap van Buitenlandse Handel, co-voorzitter van de Commissie van de Interculturele Dialoog Hoogtepunt van het jaar: de verkiezing tot Europees parlementslid Dieptepunt van het jaar: de mindere score van de VLD in de regionale verkiezingen Quote: ,,Mannen zijn veel minder rationeel dan ze beweren”

Januari

Kisangani: deze Congolese stad zal me heel lang bijblijven. Dit is een martelaarsstad. De mensen die hier wonen, zijn de martelaars van alles wat er de jongste tien jaar in het oosten van Congo gebeurd is, van het geweld dat er blijft woeden. Hier heerst een gedrukte sfeer, een sfeer van algemene rouw die me heel erg doet terugdenken aan wat ik meende aan te voelen in Cambodja, in 1998.

Ik leid een delegatie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers bij een bezoek aan Congo. Het bezoek begon in Kinshasa, maar we wilden ook buiten de hoofdstad gaan. België zet zich in voor Congo en trekt de aandacht van de Europese Unie op het land. Maar er is vooral nood aan een meer constante aanwezigheid. Je kunt niet naïef zijn. De transitie, zonder verkiezingen, komt de mensen die de overgang belichamen, goed uit. Het zal er nu op neerkomen alle datums die afgesproken zijn, te doen naleven. Want – en dat is zeer menselijk – voor de mensen die nu aan de macht zijn, zal de verleiding groot zijn om langer aan te blijven. Men zou dus bijna constant met die overgang bezig moeten zijn, maar zonder te betuttelen. En zonder het in hun plaats te gaan doen. Dat is een verschrikkelijk moeilijke oefening.

Februari

Hoera, de Beursschouwburg is eindelijk weer onder dak in het vernieuwde gebouw. Ik ben al heel lang bestuurder van de Beursschouwburg, en al geruime tijd voorzitter – met een tussenperiode toen ik minister was van het Brussels Gewest, ik vond dat het niet kon dat ik tegelijk voorzitter was en de persoon die de Beursschouwburg mee subsidieerde.

De nieuwe behuizing is een saga die twintig jaar geduurd heeft. We zijn begonnen met een poging om de toenmalige minister van Cultuur ervan te overtuigen het gebouw in de Ortsstraat, vlak bij de Beurs van Brussel, aan te kopen. Dat is gebeurd in 1984 – dank u, Karel Poma. En toen is de saga van de verbouwing begonnen. Nu is het gebouw grondig gerenoveerd. Het is een dure affaire geworden, zoals vele renovaties, maar het resultaat is prachtig. Guido Minne (algemeen directeur, nvdr) , Frederik Verrote (zakelijk leider, nvdr) en hun ploeg hebben de Beursschouwburg veertien dagen lang, dag en nacht, constant opengehouden. Dat is een enorm succes geweest. De hele buurtbevolking is komen kijken.

Ik ben blij dat de Beursschouwburg weer een aantrekkingspool is. Maar terwijl ik dit schrijf, besef ik hoezeer mijn belangstelling voor alles wat kunst en cultuur is, in de verdrukking raakt door mijn overvolle agenda. Ook naar de voorstellingen in de Beursschouwburg kan ik niet zo vaak gaan als ik zou willen. Mijn taak is er een facilitatie : ervoor zorgen dat er een context is waarbinnen de programmatoren kunnen werken.

Maart

Eind februari zijn we met een commissie van de Kamer naar Turkije vertrokken. Het bezoek dat ik leid, is een tegenbezoek, want de Turkse commissie voor Buitenlandse Zaken is naar Brussel gekomen. Dat was een pluralistisch samengestelde delegatie, zoals dat hoort. We gaan eerst naar Ankara, daarna naar Istanbul.

Istanbul is een ongelooflijke stad. Ik ben een overtuigde voorstander van de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Ik heb daar zeer lang en zorgvuldig over nagedacht, zoals dat hoort. En ik vind dat het slagen van de onderhandelingen met Turkije, die volgend jaar kunnen beginnen, een ongelooflijke uitdaging is. Ze zullen zeker niet makkelijk zijn. Maar als ze slagen, dan geeft Europa het bewijs dat beschavingen kunnen samenwerken, en niet in conflict of oorlog met elkaar moeten raken. Daarom is de inzet ongemeen groot.

Ik heb soms het gevoel dat mijn generatie, die nog helemaal met de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog opgegroeid is, minder bang is voor de toetreding van dat moslimland dan de jongere.

April

Opnieuw in Istanbul. Ik neem deel aan een conferentie die georganiseerd is door het National Democratic Institute van Washington, waarvan Madeleine Albright (de gewezen minister van Buitenlandse Zaken van president Bill Clinton, nvdr) de voorzitster is.

Het instituut organiseert een congres van democraten uit de moslimwereld. Er zijn vertegenwoordigers uit heel veel landen waarvan de bevolking in meerderheid islamitisch is. Het congres is bijzonder interessant, omdat het debat onder moslimmannen en -vrouwen toont dat er overal in de wereld mensen zijn die bouwen of willen bouwen aan een democratische samenleving. In landen als Indonesië en Maleisië begint dat te functioneren. India, met een grote moslimbevolking, is een democratie. Er zijn overal in de wereld mensen die zich inzetten voor de gelijkberechtiging van vrouwen, voor de andere mensenrechten.

Iemand uit Niger vertelt een heel leuke parabel: ,,Sinds gisteren is iedereen hier aan het zeggen dat er geen enkel probleem is met de compatibiliteit van islam en democratie. Dat doet mij denken aan een oude parabel van het dierendorp waar het de gewoonte is dat de dieren elkaar ’s ochtend heel beleefd gaan groeten. En zo is er het lieve jonge geitje dat de ronde maakt van al de hutten en de bewoner ervan goeiemorgen wenst. Het geitje komt bij de hut van de hyena. Het blijft voorzichtig buiten en zegt: ‘Dag, meneer de hyena, ik wens u een prettige dag.’ De hyena zegt: ‘Kom maar binnen.’ Het geitje aarzelt natuurlijk, maar de hyena dringt aan: ‘Kom maar binnen, je hebt niets te vrezen, ik heb voor jou een mooi tapijt neergelegd en ik verzeker je, onder het tapijt heb ik geen put gegraven.’ ‘En waarom zeg je dat?’ vraagt het geitje.”

De les van de man van Niger: als iedereen voortdurend nadrukkelijk zegt dat er geen probleem bestaat tussen islam en democratie, dan moet er wel een probleem zijn. Mei De Unie krijgt er tien nieuwe lidstaten bij. De landen van Centraal- en Oost-Europa zijn naar hun ‘Europese huis’ teruggekeerd. Wat mij betreft, zijn ze uiterst welkom.

Juni

Europese en regionale verkiezingen. Voor de VLD zijn de regionale verkiezingen slecht. We hebben twee zetels verloren. Het is heel lang geleden dat we nog eens zetels verloren hebben, dat is een slechte uitslag. De Europese uitslag is goed: twee procent meer dan de Vlaamse – dat is ook de eerste keer. Tot mijn grote vreugde ben ik verkozen vanaf de derde plaats. Op het verhaal van die plaats kom ik niet terug, dat is genoeg bekend.

Ik ben ongelooflijk blij met het Europees resultaat. De terugkeer in het Europees Parlement wordt een blij weerzien, een soort van thuiskomen. Dit mandaat wordt een schitterende uitdaging, en ook weer veel werk. Ik heb weer de manier gevonden om voor veel werk te kiezen: de commissie Buitenlandse Zaken, subcommissie Veiligheid en Defensie. En ik ben woordvoerster van mijn fractie over die materies.

Juli

Reis naar de Verenigde Staten, Washington en Boston. In Washington kan ik onze toegewijde Belgische ambassadeur, Frans Van Daele, en zijn vrouw ontmoeten en even bijpraten. Het reisdoel is Boston, om er deel te nemen aan de Democratische conventie. Het is de derde keer dat ik deelneem aan een Amerikaanse conventie, telkens de Democratische. Het nieuwe is er een beetje van af. Ik ben minder overweldigd door de grote massa, het vertoon, de ballonnen.

Als ik de volgende dagen nadenk over de conventie en de thema’s, begin ik steeds meer te denken dat de Democraten zich eens te meer vergissen. Ze hebben een thema uitgekozen met het oog in de achteruitkijkspiegel. Men verwijt Kerry dat hij geen leiderscapaciteiten zou hebben. Dus hebben ze drie dagen lang beelden en verhalen over de conventiegangers en het Amerikaanse publiek uitgestort over zijn drie maanden lange militaire dienst in Vietnam. Maar andere thema’s dienen zich als veel explosiever aan. John Kerry is op-en-top wat (de Engelse schrijver, nvdr) Henry James een ‘ Boston brahman’ (een lid van de culturele en sociale elite van de Oostkust, nvdr) noemde, zoals ze er vandaag de dag nog weinig maken in Amerika. Dat is geen pluspunt bij het grootste deel van het publiek.

Maar vooral moet hij een goede uitleg vinden waarom hij eerst voor de oorlog in Irak heeft gestemd en daarna geweigerd heeft voor de nodige middelen te stemmen. Daar valt een goede uitleg voor te bedenken, maar ze hebben het niet gedaan. Vier jaar geleden was de uitdaging voor Al Gore: hoe betrek ik Bill Clinton, die een ongelooflijk charisma heeft, bij mijn campagne, zonder met de minder fraaie aspecten van Clintons verblijf in het Witte Huis geassocieerd te worden? Ook dat was perfect oplosbaar, maar ze hebben het niet gedaan. Wat opnieuw bewijst dat mannen veel minder rationeel zijn dan ze beweren.

Augustus

Vakantie! Heerlijke reis in Kenia, bezoek aan nationale parken, fantastisch. Ik ben een van die mensen die verkocht zijn aan Afrika. Ik heb Afrika voor het eerst bezocht in 1991, in Rwanda, en ik was meteen verkocht. De lucht, de kleur van de aarde, de mensen. Gelukkig deelt mijn man die liefde.

September

Anne Teresa De Keersmaeker krijgt de Karel de Grote-prijs van de provincie Oost-Vlaanderen. Zij is naar mijn gevoel sinds jaren een van de belangrijkste Belgische kunstenaars. Wat zij met haar gezelschap Rosas doet, vind ik fantastisch. Van meet af aan heb ik van haar choreografie gehouden. Ik ben bestuurder van haar vzw Rosas op haar verzoek, en ben dat graag. Ik heb de meeste van haar balletten gezien. Bij de prijsuitreiking heb ik in de opera van Gent opnieuw Mozart/Concert Arias kunnen zien: leuk, dynamisch, prachtig.

Oktober

Grigory Yavlinsky, de stichter-voorzitter van de Russische Democratische Partij Yabloko, krijgt de Vredesprijs van de Liberale Internationale. Ik heb hem in 2001 in Moskou ontmoet en herinner me twee dingen die hij me toen zei: ,,Annemie, de uitbreiding van de Europese Unie is nu al een uitgemaakte zaak.” En: ,,De democratie in Rusland is Potemkin.” (Die uitdrukking betekent dat ze louter façade is. Ze verwijst naar de gevels van beschilderd doek die generaal Potemkin in het pas veroverde Oekraïne langs de weg van Catharina de Grote plaatste, om de tsarina de indruk te geven dat ze door welvarende dorpen reed, nvdr)

November

De Europese Commissie heeft dan toch de goedkeuring gekregen van Europees Parlement. Barroso heeft zijn huiswerk moeten overdoen omdat enkele commissarissen gewraakt werden. De meeste kritiek kreeg Rocco Buttiglione. Dat was niet omdat hij een katholiek met zeer conservatieve opvattingen was, zoals geschreven is, maar vanwege de post waarop hij voorgesteld was. Op Justitie had hij moeten waken over de naleving van de regels van niet-discriminatie wegens sekse, huidskleur of seksuele voorkeur. Maar veel mensen herinnerden zich hoe hij zich in de Conventie ingespannen had om de gelijkberechtiging van homoseksuelen buiten de grondwet te houden. Als hij voor bijvoorbeeld Transport was voorgesteld, zouden die opvattingen veel minder meegespeeld hebben.

Na de goedkeuring van de Commissie blijkt trouwens dat wel meer regeringen weinig zorgzaam geweest zijn met het voorstellen van kandidaten. De Brit Peter Mandelson komt weer in opspraak, de Fransman Jacques Barrot is ooit veroordeeld wegens ongeoorloofde partijfinanciering. Hij heeft wel amnestie gekregen, maar toch. Ça f ait désordre , zoals de Fransen zeggen.

Bezoek aan China: bijna elke dag opnieuw blijkt hoezeer de enorme economische groei van China de rest van de wereld beïnvloedt, onder meer door de onverzadigbare behoefte aan grondstoffen van het land. Als voorzitter van het agentschap Buitenlandse Handel reis ik mee met de Belgische economische missie, onder leiding van prins Filip. Het is de grootste missie ooit, met meer dan vierhonderd leden, een enorm succes.

China fascineert door de manier waarop het zijn snelle vooruitgang in de moderniteit koppelt aan zijn vele millennia oude geschiedenis en cultuur. Ik weet dat er veel kritiek is op de toestand van de mensenrechten in China en we moeten zeker waakzaam zijn. Maar het is ook een feit dat vandaag meer Chinezen het materieel goed hebben en een mate van vrijheid genieten dan ooit tevoren.

December

De Europese Unie wil onderhandelingen over het EU-lidmaatschap beginnen met Turkije. Ik ben blij dat de EU die kans niet mist. Zeker omdat de uitbreiding van vijftien tot vijfentwintig lidstaten wonderwel verlopen is.

Het verbaast me telkens weer dat mensen die nochtans beter zouden moeten weten, beweren dat die uitbreiding moeilijkheden zal veroorzaken. Ik stel in het Europees Parlement vast dat de gekozenen van de tien nieuwe lidstaten zich haast moeiteloos in het geheel van de instellingen hebben geïntegreerd. Ik heb geen reden om te denken dat het in de raden van ministers anders is. Wellicht duren de discussies ook daar soms wat langer, omdat er nu meer deelnemers zijn, maar dat is het dan ook. Het goede verloop van de uitbreiding is zonder twijfel te danken aan de zeer lange, zorgvuldige voorbereiding die gemiddeld meer dan tien jaar heeft geduurd voor elk van die landen. Met Turkije zullen we hetzelfde moeten doen.

Mia Doornaert

Taalgebruik in de politiek

Neyts stoort zich aan «ruwe taal» politici
Het Laatste Nieuws 12-12-2004

(…) VLD-politica Annemie Neyts is niet blij met de nieuwste trend in het politieke taalgebruik. Er gaat tegenwoordig geen week voorbij zonder dat een van haar collega’s het woord ‘kloten’ in de mond neemt. «Vlaamse politici drukken zich steeds ruwer uit. (…)»

Twintig jaar geleden schrok Vlaanderen op toen Eddy Planckaert na een tumultueuze massaspurt vloekte dat hij volgende keer «die Bontempi met zijn kloten in de gracht» zou rijden, live in de BRT-microfoon. Sindsdien is de term gemeengoed in de sportwereld, maar de politiek bleef er lang van gespaard. Tot Bert Anciaux een half jaar geleden de nachtvluchten tot «een klotedossier» uitriep. Toen was het hek van de dam. «De kwaal heeft zich verbazend snel over de Vlaamse politiek verspreid», stelt Neyts vast. «Zelfs Herman De Croo blijkt besmet te zijn (zie bijhorend lijstje, red.). Het meest treffende voorbeeld is dat van Gerolf Annemans, die in een interview uitlegt hoe het Blok de journalisten ‘bij hun kloten’ heeft gehad. Alsof dat niet duidelijk genoeg was, heeft de krant die uitspraak ook nog eens uit de tekst gelicht en ze in vetjes als citaat afgedrukt. Let wel, er is niet één medium of niet één partij die het patent op dat soort taal heeft», merkt Neyts fijntjes op. «Te pas en te onpas nemen Vlaamse politici de namen van genitaliën in de mond. Dat wordt dan telkens breed uitgesmeerd. Net kleuters, denk ik soms. Die gaan ook door zo’n fase waarin ze zich fier van scatologische termen bedienen, zo van: hoor eens wat ik allemaal durf zeggen. Is een minimum aan wellevendheid te veel gevraagd?»
Brutale bek
Merkwaardig genoeg blijft de trend tot Vlaanderen beperkt, merkt Neyts op. «In de Waalse politiek lees of hoor je geen woorden als ‘con’ of ‘couilles’. Vlaanderen heeft een brutalere bek gekregen. Niet alleen mannelijke politici of journalisten, trouwens. Als ik sommige columns lees van jonge en iets minder jonge vrouwen over seks… amai, in mijn jeugd noemde men dat pornografie. En hoe prins Filip is aangepakt na zijn uitspraken in China, dat was harder dan de zwaarst aan doping verslaafde coureur. Ik ben geen fatsoensrakker, maar mag ik me voor één keer een waarschuwend vingertje permitteren?» (JS)